maandag 9 september 2013

Route en verhaal


Zuid Noorwegen 2013 weergeven op een grotere kaart

Donderdag 5 september 2013: Naar Hirtshals
Veel later dan onze richttijd vertrekken we voor de nachtelijk rit naar Hirtshals in Denemarken. Zo zie je maar dat een hele vrije dag nog geen garantie is voor een relaxte voorbereiding zonder te haasten. Maar goed, het is niet zo dat we een vliegtuig moeten halen en we hadden al een ruime reistijd ingecalculeerd. Er blijft nog genoeg tijd over. ’s Nachts rijden heeft het voordeel dat er geen kip op de weg is, dus we rijden lekker door, maar het nadeel dat niet alle tankstations en/of wegrestaurants open zijn. We maken dus slechts korte stops om de benen te strekken en te wisselen, en pas halverwege de reis kunnen we de tijd nemen voor een kop cappuccino om wakker te blijven. De grootste dip hebben we tussen half 3 en half 4, maar niet lang daarna wordt het alweer licht en dat geeft weer iets energie.

Vrijdag 6 september 2013: Naar Kristiansand en Mandal
Na 10 uur en 24 minuten rijden bereiken we om 8:46 uur de vertrekhaven van de ferry die ons naar Kristiansand in Noorwegen brengt. We komen vooraan in de rij om in te checken te staan en moeten nog drieënhalf uur op de overtocht wachten. We lummelen wat rond in de lege terminal, bij de auto en bij het water, waar we de boot opwachten. Die vertrekt vervolgens keurig op tijd, al is de kapitein alleen al 20 min. bezig om het enorme schip uit de kleine haven te manoeuvreren. Tijdens de tocht voelen we onze vermoeidheid, maar we zijn er hierna nog niet. Om de drie uur durende overtocht door te komen, lopen we een paar keer het schip door (dat van binnen veel kleiner lijkt dan van buiten), staan we op het dek, gaan we zitten en lezen en sluiten we héél even onze ogen. Zo’n half uur voor aankomst is Noorwegen in zicht, al maakt de bewolking het niet zo heel spannend. We verlaten als derden het schip en zitten al snel op de goede weg de stad uit. Al meteen stuiten we op een file; huh, hier wonen toch niet zoveel mensen?? De weg naar Mandal voert ons langs steile rotswanden (nou ja… wandjès), water, weilanden en bos, en we
merken meteen de typisch rode houten huisjes op. We rijden naar Sjøsanden Feriesenter, dat prachtig in een naaldbos en aan wat het mooiste strand van Noorwegen schijnt te zijn. We besluiten hier twee nachten te blijven, om morgen even lekker bij te kunnen komen van de lange reis. Op loopafstand is een supermarkt, waar we een snelle boodschap doen en meteen ervaren hoe de prijzen hier zijn. Als we teruglopen door het bos, zien we heel dichtbij drie reetjes lopen. Het kan nu al niet meer stuk!

Zaterdag 7 september 2013: Mandal e.o.
Gisteravond waren we natuurlijk snel knock out, hoewel we keurig de tijd hebben genomen voor een fatsoenlijke maaltijd. Vandaag gaat geen wekker en niets moet, alles mag. We hebben er zo’n 10 uur slaap op zitten en een rustig ochtendritueel als we in de auto stappen om naar Lindesnes Fyr te rijden.
Deze vuurtoren staat op het zuidelijkste puntje van Noorwegen en is ook de oudste van het land (al bestond het vuur in 1655 alleen nog maar uit 30 kaarsen). De weg er naartoe is groen en onverwacht behoorlijk glooiend zo dichtbij de kust. We passeren een paar kleurrijke dorpjes langs het water. De vuurtoren staat 2518 km van de Noordkaap en 2814 km van de meest noordelijk gelegen vuurtoren, zo lezen we. Om er te komen moeten we een korte klim maken. Het is maar een kleintje, maar de plek waar die staat is vanwege het soms onstuimige weer berucht. Ook nu staat er erg veel wind. We weten ons er uren te vermaken om het plaatje maar van alle mogelijke hoeken te kunnen vastleggen. Het is al 15:00 uur als we vertrekken en een uur later zijn we terug bij onze motelkamer. We relaxen even en gaan dan te voet naar het centrum van Mandal, langs het strand en door het bos waar we dezelfde drie reetjes weer zien. Oké, dat zijn dus gewoon huisreetjes. In het centrum lopen we langs de rivier en door het voetgangersgebied met typische wit houten gebouwen. Het is er net als in Nederland uitgestorven op zaterdagmiddag.

Zondag 8 september 2013: Naar Sandnes
Vandaag is de dag waarop onze rondreis daadwerkelijk begint en we hebben meteen een flink eind voor de boeg, zo’n 180 km. Het eerste stuk vanuit Mandal rijden we de ‘snelle’ route naar Flekkefjord. Het is de bedoeling om daar even door de Hollandse wijk te struinen, maar dat gaat ‘m toch niet worden. Parkeren is er net als in Mandal niet zo simpel, het stadje is uitgestorven en het is niet zo dat met grote letters wordt aangegeven waar die Hollandse wijk dan wel is. Onverrichter zaken rijden we dus maar door. Inderdaad, slecht voorbereid.... We gaan van de hoofdroute af en volgen de kustweg die heel mooi belooft te zijn. We slingeren al snel langs rotswanden en meren en niet veel later volgen steile klims en afdalingen. Best apart zo vlak langs de kust. We passeren kleine dorpjes die soms heel kleurrijk zijn en prachtig gelegen, al komen ze door de melkachtige lucht en het waterige zonnetje niet bepaald tot hun recht. Op maar een paar plekken hebben we een doorkijkje naar de Noordzee. Alleen de kleine
Jøssingfjord kunnen we van heel dichtbij naderen; aan de kop ervan staan twee rotswoningen van begin 19e eeuw. Vlak daarboven hebben we prachtig uitzicht op het kleine dorp en de fjord, hoewel het door de fletse lucht allemaal wat donker oogt. De route is prachtig, maar vergt te veel tijd. Bij Egersund pakken we dan ook weer de hoofdroute voor de laatste 50 km naar Sandnes. Die weg gaat heel voorspoedig maar door de eentonigheid (!!) valt John bijna in slaap, haha. Rond half vijf zijn we bij de camping in Sandnes waar we onze eerste hut boeken. Even omschakelen naar de (comfortabele) kampeermodus dus.

Maandag 9 september 2013: Naar Tau
Vandaag hebben we maar een korte route te rijden in de richting van Preikestolen ('Preekstoel'), de wereldberoemde klif die 604 meter boven de Lysefjord uittorent. We hebben echter al gauw door dat het geen klim gaat worden; het is zwaar bewolkt en het is wachten op de regen. De wolken hangen laag, zodat het zicht minimaal is. Zelfs tijdens de korte ferryovertocht naar Oanes is vrijwel niets van de pracht om ons heen te zien. Wat een pech. We kunnen de plannen uitstellen tot morgen, maar verder
ook niet. Er zijn verschillende overnachtings-
mogelijkheden in deze hoek en wij kiezen voor een ruime, comfortabele hut in het plaatsje Tau, zo'n 20 km van Preikestolen. Voor de zekerheid boeken we eerst maar voor één nacht, morgen zien we wel hoe het er voor staat. Omdat we nog de hele middag hebben, kunnen we rustig lunchen, doen we een boodschap en kunnen we éindelijk op internet even kijken wat er zoal gebeurd is in de wereld toen wij onderweg waren de afgelopen dagen....

Dinsdag 10 september 2013: Preikestolen
We zijn al redelijk vroeg uit de veren, terwijl we helemaal geen haast hebben. Want áls Preikestolen gaat lukken vandaag, dan wordt het in de vroege middag. De weerberichten zijn dan het gunstigst. In Tau regent het om 11:00 uur nog, dus we knijpen ‘m wel. We houden internet continu in de gaten; het zou toch goed moeten komen.
Rond het middaguur gaan we weg van de camping. Daar miezert het dan nog, maar in Jørpeland, zo’n 10 km verderop, raakt het droog. Top! Om 12:47 uur beginnen we aan de tocht. Het is droog en het lijkt hier zelfs niet eens geregend te hebben. Al meteen krijgen we een flinke klim voor onze kiezen en de hele route blijft het klauteren over rotspartijen die soms als een trap of stoep geordend zijn, maar dikwijls ook gewoon liggen zoals ze dat al honderden jaren doen en vaak ook met een stroompje water erbij. Er zitten ook wel vlakke stukken bij met bijv. houten vlonders, maar het is vooral flink buffelen. Na 2 uur en een kwartier zijn we er dan en er zijn maar een stuk of tien anderen. Helaas begint het net licht te regen, maar dat duurt niet lang. Het zicht is ondanks de bewolking gelukkig goed en het uitzicht is prachtig. Een magische plek. Eigenlijk hebben we niet door op wat voor ’n rots we staan, totdat we de diepte in kijken.... Na anderhalf uur vermaak en foto’s van alle kanten, gaan we er weer vandoor. Het is al die tijd niet druk geweest en dat schijnt ’s zomers wel anders te zijn. De weg terug is iets makkelijker omdat we nu vooral naar beneden gaan, maar de regen heeft het allemaal wat natter en gladder gemaakt en onze knieën krijgen behoorlijke tikken. We doen er net zo lang over als op de heenweg. Dik tevreden komen we terug bij de camping; tijd voor een verfrissende douche.

Woensdag 11 september 2013: Naar Sauda
Vandaag hoeven we niet ver, dus we nemen rustig de tijd voor ons ochtendritueel en omdat het helemaal is opgeklaard, maken we nog wat mooie foto’s van het meer waaraan de camping ligt. De route die we gaan volgen is een nationale toeristische route, dus het belooft wat moois te worden. We rijden constant omringd door bergen en groen, langs meren, dorpjes en platteland. Het is prachtig weer, dus alles ziet er mooi en fris uit. We missen alleen de uitkijkpunten; rustplekken zijn er wel, maar op onlogische plekken en de weg is soms te smal om zomaar te kunnen stoppen. Tot Hjelmeland lukt dat dan ook niet, terwijl we wel mooie plaatjes zien. We hebben door dat we onze eigen stopplaatsen moeten creëren.
In Hjelmeland nemen we de veerboot naar Nesvik, waarna we langs de Jøsenfjord een stuk landinwaarts rijden. De weg slingert, stijgt en daalt tussen de groene heuvels en er is altijd water in de buurt. Het water van de Lovrafjord is bijna als een spiegel en er ligt een eilandje met een rood huisje in. Heel fotogeniek. Het plaatsje Sand zou onze eindbestemming van vandaag zijn, maar we zijn er al op tijd en lezen dat Sauda nog maar 28 km verder is, dus dat lijkt ons een mooi alternatief. We kijken nog wel even of we zalmen zien bij het zalmobservatorium bij de Sandfossen (waterval). Maar nee, geen zalm te zien, hoewel er druk gevist wordt. We nemen de veerboot naar Ropeid. Er gaan maar een paar auto’s mee, waaronder een vrachtwagen met varkens, dat hebben wij weer. Vanaf Ropeid voert de weg langs de Saudafjord. Vlak voor Sauda worden we verrast door de Svandalsfossen aan de weg. De waterval is krachtig en schijnt slechts het staartje van een imposante waterval te zijn, maar die klim zit er even niet in vandaag. Vlakbij de waterval rijden we tegen de eerste camping aan. Omdat de hutten nogal duur zijn, wordt het onze eerste kamer in een jeugdherberg. We zijn de enigen; zo’n 20 kleine kamers, een huiskamer en een keuken helemaal voor ons alleen. Precies de gelegenheid die we op het oog hadden voor een eenvoudige maaltijd: soep met brood.

Donderdag 12 september 2013: Naar Odda
Hoera, (schoon)mams is jarig! Van harte gefeliciteerd! Hopelijk is de dag in Nederland net zo prachtig als hier: zonovergoten, zo’n 15 graden en windstil....zomer!
We vervolgen de nationaal toeristische route naar het noorden. Direct vanaf Sauda rijden we in een mooie, groene kloof met behoorlijk stromend water en zelfs een aardige waterval. Na de kloof gaan we de hoogte in en wordt het landschap ruiger en kaler. Het is moeilijk voor te stellen dat hier over enkele maanden weer volop wordt geskied, maar de skiliften en –centra zijn er het bewijs van en een deel van de weg is ’s winters gesloten. We worden omringd door pieken van zo’n 1600 meter hoog en we zien de eerste ‘eeuwige’ sneeuw.
Dan ineens is daar een heel groene vallei met een prachtig meer, waarvan het water zo stil en helder is, dat het net een spiegel is. Aan de kop ligt het plaatsje Røldal met een van de oudste staafkerken van het land (uit de 13e eeuw), die als enige ook nog steeds actief is. Het is de eerste staafkerk die we zien deze reis. We lunchen heerlijk in het zonnetje op de picknickplek naast de kerk en genieten van de rust om ons heen. Dan rijden we verder noordwaarts tot aan de bekende Låtefossen, een dubbele waterval direct aan de weg. Hier besluiten we onze plannen lichtelijk te wijzigen en vandaag tot Odda te rijden en daar 2 nachten te verblijven. Morgen is nl. even de laatste mooie dag, dus een goed idee om dan naar de Folgefonnagletsjer hier vlakbij te gaan. Het wordt ons eerste verblijf in een pension. We zijn héél even de enige gasten, maar binnen een half uur zijn alle kamers vergeven.

Vrijdag 13 september 2013: Jondal schiereiland en Folgefonngletsjer
Vanuit Odda loopt een weg langs de Sørfjord tot aan het plaatsje Utne op het puntje van het schiereiland. De berghellingen zijn voor een groot deel in beslag genomen door fruitteelt, met name appels en pruimen. Zo te zien moet er nog geoogst worden, maar hier en daar staan ook al onbemande hokjes met fruit. Je kunt jezelf bedienen en dan wat geld in het kistje achterlaten. In het voorjaar moet de bloei van de fruitbomen een prachtig gezicht zijn; nu zijn de hellingen vooral groen met knalrode vruchten. Vanuit Utne hebben we zicht op twee kleinere fjorden tegelijk. De weg voert aan de andere kant van het schiereiland door veel groen, kleine dorpjes en is soms zo smal, dat maar één auto tegelijk kan passeren. Mede daardoor duurt de rit wat langer dan verwacht, en we moeten nog naar de Folgefonngletsjer in het midden van het schiereiland.
De gletsjer is de op twee na grootste ijsvlakte in Noorwegen en wordt intensief gebruikt voor gletsjerwandelingen en ijsskieën in de zomer. Vanuit de plaats Jondal voert een smalle en niet altijd even goede bergweg naar boven. We komen maar één tegenligger tegen. Het zicht wordt steeds slechter en al snel rijden we ín de wolken (of mist?). Gelukkig rijden we daar ook weer uit en is het bij de gletsjer ineens helder. We zijn de enigen! Principieel lunchen we buiten, terwijl het maar 9 graden is, haha. We wagen ons op en zelfs een stukje ónder de gletsjer. Twee uur lang zijn we hier zoet voordat we dezelfde weg naar Jondal weer terug moeten. Vanuit daar kunnen we een nieuwe tunnel onder de gletsjer door nemen, die fijntjes uitkomt in Odda. Het is al 19:40 uur als we terug zijn bij het pension.

Zaterdag 14 september 2013: Naar Norheimsund
Zoals voorspeld zit de lucht potdicht en regent het. Wat hadden we geluk de afgelopen dagen en helemaal gisteren met de fjorden en de gletsjer. Het heeft bijna geen zin om langs de fjorden om te rijden naar Norheimsund, maar ja, we willen ook weer niet riskeren dat we toch nog mooie plaatjes mislopen. Niet ver van Odda is het al raak: een fraaie waterval stort zich langs de berghelling omlaag de fjord in. Eigenlijk maakt de laaghangende bewolking het plaatje fraai mysterieus. Over de Eidfjord is een brug gebouwd die sinds slechts enkele weken in gebruik is, dus dat scheelt ons een overtocht met de veerboot. Door de regen en het slechte zicht stoppen we verder niet, zodat we al rond 14:00 uur in Norheimsund zijn. Het is vrij druk in het centrum, zoveel mensen hebben we in geen week gezien. Thuis hadden we al gezien dat Oddland Camping een goede accommodatie zou zijn en aangezien we geen andere accommodatie aangegeven zien staan, rijden we daar naartoe. De 'camping' ligt 4 km ten zuiden van Norheimsund en bestaat uit 9 aan het water gelegen (blok)hutten met fraai uitzicht. De schapen lopen ervoor langs. Het hutje is heerlijk met alles er op en eraan, óók internet. John wil hier niet meer weg en besluit dat dit de plek moet zijn waar hij eindelijk een boek gaat schrijven.

Zondag 15 september 2013: Naar Bergen
Vanaf Norheimsund is het maar zo'n 80 km naar Bergen, dus we kunnen lekker rustig aan doen. Het is droog als we vertrekken, maar het weer is nog steeds erg somber met laaghangende bewolking, dus het is wachten op de regen. Route 7 voert door ruig gebied, dat - gelet op de skicentra en accommodatie - over enkele weken weer dienst zal doen als skigebied. Weten we meteen waar de Bergenaren naartoe gaan in het weekend.... Echte compacte dorpjes zien we de eerste kilometers  niet. We gaan door talloze tunnels en passeren enkele watervallen. Als we vlak voor Bergen een lange tunnel uit komen, is het weer ineens lichter en droog. Een goed teken! Het laatste stuk rijden we over de snelweg en dat is weer even wennen. Vanuit het noorden rijden we Bergen in en die route brengt ons meteen naar het hart van de stad, de haven en het historische Bryggen. Hebben we dat maar vast gezien, haha.
In het toeristenbureau laten we na wat aandringen een pension voor ons regelen. Dit is een veel goedkoper alternatief dan de tientallen hotels in Bergen, die echt schofterig duur zijn. Het pension staat perfect in een woonwijk op nog geen 10 minuten lopen van het centrum. Nadeel is dat we de auto in een parkeergarage moeten zetten, dus dat gaat wat kosten. Juist als we geïnstalleerd zijn en de deur uit willen, begint het dan toch te regenen; zo kennen we Bergen weer, de stad waar het zo'n 320 dagen per jaar regent. We lopen naar de haven en de vismarkt, maar als het harder begint te regenen, stappen we het goed aangeschreven, huiselijk ingerichte biologische restaurant Pygmalion Café maar binnen. We nemen allebei een vegaburger. Onze eerste keer uiteten! Het toetje halen we bij de McDonalds (ook de eerste!) en dan lopen we terug naar het pension. Morgen belooft een fraaie, maar koude dag te worden.

Maandag 16 september 2013: Bergen
Vannacht is het nog even flink tekeer gegaan met regenen, maar als we opstaan is het droog en helder weer. Vanuit het pension lopen we eerst een paar kleine straatjes in. Al die houten huisjes bij elkaar - sommige kleurrijk door de bonte gevelkleuren, andere gewoon door een paar mooie bloemen - zien er knus uit. We lopen langs Den Nationale Scene, een van Noorwegens nationale theaters, en komen dan uit op het brede voetgangersgebied c.q. winkelgebied van het centrum. Hiervandaan lopen we weer naar de haven met de vis- en fruitmarkt. Alle soorten en maten vis-, schaal- en schelpdieren of onderdelen ervan liggen er uitgestald. Het is er nu al erg druk, maar wat wil je ook: het is droog en de zon laat zich zelfs af en toe zien!
Op korte afstand van de haven ligt het historische deel van Bergen en tevens Unesco Werelderfgoed: Bryggen. Het is een wijkje van zo'n 30 kleurrijke gebouwtjes met puntdaken, van waaruit in de Hanzetijd door met name de Duitsers handel werd gedreven. De geschiedenis gaat terug tot de 14e eeuw, maar de huidige gebouwen zijn misschien nog geen 100 jaar oud, hoewel er nog wel oorspronkelijke funderingen en
kelders zijn. Na de lunch wordt het tijd om met de steilste tram ter wereld naar 320 meter hoogte gebracht te worden op de berg Fløyen voor een mooi panoramisch uitzicht op Bergen. Wat balen wij dat dit nu net een van de mooie dagen in Bergen is, haha. We hebben prachtig uitzicht, de lucht is mooi, de zon breekt regelmatig door, we zien de heuvels om Bergen heen en de eilanden daar achter. Na ruim een uur zien we dan toch links in de verte wat regenbuien en een half uur later bereiken die het centrum. Typisch Bergen. Wij gaan dan net weer naar beneden en wachten de bui af. Als de regen mindert is het alweer etenstijd en gaan we voor de tweede keer uiteten. Ook bij Opera Café kunnen vegetariërs terecht en John kan éindelijk aan de gegrilde zalm. Als we klaar zijn, lopen we voor de laatste keer naar de haven voor plaatjes van Bergen by night.

Dinsdag 17 september 2013: Naar Eidfjord
Het is weer tijd om Bergen te verlaten. Eén dag is genoeg om het compacte centrum te bezichtigen; een eventuele tweede dag zou voor de kleine straatjes gebruikt kunnen worden. We hebben niet helemaal helder meer waaróm precies, maar vandaag staat een megarit van zo'n 240 km naar Geilo op het programma. Dus gaat voor het eerst de wekker en zitten we rond 10 uur in de auto. We zien wel hoever we komen.
Door het éénrichtingverkeer is het nog niet zo makkelijk om Bergen uit te komen, maar we vinden de weg naar Voss. Hoewel Voss een bekende, toeristische plaats is, laten we die - op een boodschap na - links liggen en rijden zo'n 12 km noordelijker naar de Tvindefossen. Daarna voert de weg terug via Voss naar Route 13, die ons vervolgens weer op Route 7 zal brengen. Bij Granvin maken we een uitstapje naar Ulvik, waarvan we mooie plaatjes hebben gezien. Een mooie, groene route voert er naartoe. Ulvik ligt aan de kop van de Osafjord en het uitzicht daarop is fraai. Op de berghellingen zien we weer fruitteelt en er is zelfs een wijngaard. Het landschap is veel minder ruig dan we bij andere fjorden hebben gezien.
Op de plek waar we weer op Route 7 overgaan, gaan we over dezelfde nieuwe brug als drie dagen geleden. Hiervandaan is het nog 91 km naar Geilo en dat gaat 'm niet meer worden vandaag. Na een mooie route langs de Eidfjord met ook goed zicht op de vertakking met de Osafjord, stoppen we in Eidfjord, waar we een comfortabele overnachtingsplek vinden in een appartementje dat hoort bij een pension. Morgen weer vroeg op omdat we 90 extra kilometers moeten rijden.

Woensdag 18 september 2013: Naar Rjukan
Op zo'n 15 km van Eidfjord storten Noorwegens bekendste watervallen (het zijn er eigenlijk twee, een grote en een kleine) zich 145 meter naar beneden. We komen er via een knap staaltje technische wegenbouw aan Route 7 (een spiraalvormige, klimmende tunnel!). Deze Vøringfossen laten zich niet vanaf elk punt heel goed zien en dat heeft iemands leven gekost. Vermoedelijk wordt sindsdien op neurotische wijze gewezen op de gevaren aan de rand van de klif.
Hierna voert de weg langs de noordzijde van de Hardangervidda, het grootste bergplateau van Europa. Het is een glooiende, ruige vlakte boven de boomgrens (dus nauwelijks bomen en koud: 3 graden) met waterpartijen én dun besneeuwde bergtoppen. De bodem is bedekt met alle kleuren korstmos, een delicatesse voor de plaatselijke rendieren, die wij echter niet te zien krijgen. We rijden ook 'onder' de gletsjer Hardangerjøkulen langs, waarvan we een uitloper kunnen zien. Hoewel het landschap ogenschijnlijk saai is, stikt het van de fotogenieke plaatjes, dus de rit neemt veel tijd in beslag. Als we weer onder de boomgrens rijden, verandert het landschap zo'n 30 km voor skioord Geilo in prachtige herfstkleuren. Door de volop schijnende zon knalt de oranje-gele gloed op de heuvels. Na Geilo klimt de weg weer een aardig stuk alvorens in het Numedal weer de daling wordt ingezet. En nu we toch in de buurt zijn, besluiten we naar de hoog aangeprezen staafkerk van Uvdal te rijden. Die staat op een heuvel en maakt deel uit van een openluchtmuseum. De kerk schijnt met name van binnen heel bijzonder te zijn, maar bezichtigingen kunnen alleen in het hoogseizoen. In het Numedal komen ook veel van de typische 'stabburen' voor, graanschuren op palen. Bijna elke boerderij heeft er een (of meer) in originele staat of fraai beschilderd.
Het is al tegen 18:00 uur als we bij het door Nederlands gerunde Rjukan Hytte- & Caravanpark aankomen. De camping ligt aan de voet van de Gaustatoppen, met 1883 meter de hoogste berg van de provincie. De top ligt in de wolken, maar we hopen die de komende dagen in volle glorie te zien. We blijven hier twee nachten.

Donderdag 19 september 2013: Heddal en Gaustatoppen
Niets moet en alles mag vandaag, dus we starten lekker rustig op. We gaan wat toeren vandaag zonder al te veel kilometers te maken, want dat hebben we de afgelopen twee dagen genoeg gedaan. Gaustatoppen is verstopt boven een dik wolkendek; de wolken hangen laag in de vallei en er valt zelfs wat regen, maar we zien ook een wat lichtere lucht, dus we hopen op beterschap later vandaag.
We rijden over Route 37 langs het Tinnsjameer naar Heddal, zo'n 53 km van Rjukan. Aan het begin van de rit krijgen we een flinke regenbui voor onze kiezen, maar na een tunnel van 1,4 km komen we ineens in droog en zelfs zonnig weer. Zo gaat dat hier in Noorwegen. In het gehucht Tinnoset, aan de kop van het meer, stoppen we even voor wat fotogenieke plaatjes van het spiegelende water en de sluis. Daarna rijden we verder door (dennen)bosrijk gebied; ideaal voor elanden waarvoor we ook worden gewaarschuwd, maar ze laten zich natuurlijk niet zien.
In Heddal staat de grootste overgebleven staafkerk van Noorwegen. De kerk ligt zoals bijna alle staafkerken die we hebben gezien, dicht aan de weg. We zijn een keer niet de enigen die een kerk bekijken. De kerk is inderdaad best groot, heeft een kenmerkend pannendakachtige gevel en ronde vormen, die we nog niet eerder hebben gezien. Ook valt op dat maar aan één kant (de zonnige kant) ramen zitten. Voor bezichtigingen van de binnenkant is het seizoen afgelopen. Het weer is intussen zo opgeknapt (zonnig en zo’n 17 graden), dat we hier in het zonnetje gaan lunchen. We hebben goede hoop dat de lucht rond Gaustatoppen nu ook opgeklaard is. Via het bergdorp Tuddal rijden we er naartoe. We gaan weer flink de hoogte in en als we op ongeveer 1200 meter boven de boomgrens komen, kunnen we de 'achterkant' van de berg zien. Hier kunnen we sneeuwballen gooien, al zijn het slechts kleine hoopjes die er liggen. Er volgen heel wat stop- en fotomomenten. De uitzichten op de omgeving zijn dan ook prachtig. Er kan hier goed gewandeld worden, maar dat zit er voor ons niet in; we zijn niet uitgerust op de kou. Wanneer de weg weer daalt, komen we aan de bekende voorkant van de berg en wat hebben we geluk: de lucht klaart helemaal op, dus we zien een machtige Gaustatoppen. Hierna gaat de weg steil naar beneden, om uit te komen in Rjukan. Terug bij de camping maken we nog meer foto’s van de berg, al is het om te laten zien hoe mooi de camping is gelegen aan de voet van de berg.

Vrijdag 20 september 2013: Naar Setesdal
Het eerste dat we horen als we wakker worden, is het geloei van de koeien van de buren, die gisteren ook al lekker tekeer gingen. Een blik uit het raam en we zien een oogverblindende Gaustatoppen tegen een strakblauwe lucht in het felle ochtendlicht. Prachtig! John trotseert de kou voor een paar fraaie foto's. Meer kunnen we er vandaag niet van genieten, want we moeten weer verder.
Het heeft vannacht gevroren, want we moeten de autoruiten krabben. Vandaag maken we de eerste stappen terug richting Kristiansand, zo’n 320 km hier vandaan. De eerste kilometers gaan de hoogte in, wat maar weer laat zien dat we nog steeds in de buurt van de Hardangervidda zijn. Door het rustige weer zijn de meren als spiegels en daarom dankbare foto-objecten, zeker met de licht besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en de herfstkleuren op de berghellingen. De kilometers gaan zo weer langzaam en de tijd erg snel.
Na zo'n 90 km komen we bij het begin van Route 9, die ons helemaal tot aan Kristiansand zal brengen. Vrijwel de hele route staat bekend als Setesdal, een streek die veel historie kent op het gebied van de zilversmeedkunst, traditionele muziek en mineralen. De weg volgt de rivier Otra, die door het dal en langs verschillende dorpjes voert. Het noordelijk deel van het Setesdal is wat ruiger met woeste waterpartijen en bergen tot wel 1200 meter hoog. Hier zijn nog skicentra te vinden en kunnen in de zomer pittige wandelingen gemaakt worden, al dan niet met een beetje hulp van een kabelbaan. Eigenlijk racen we hier veel te snel voorbij, maar het ontbreekt ons helaas aan de tijd om het gebied uitgebreid te verkennen. Hoe zuidelijker we komen, hoe rustiger en bosrijker het landschap, dat ook meer afgewisseld wordt met platteland. We stoppen onze rit halverwege Route 9, in Rysstad. De camping is prachtig gelegen aan het water en het ontbreekt ons weer niet aan comfort.

Zaterdag 21 september 2013: Naar Kristiansand
Met nog 140 km te gaan, vertrekken we maar op tijd want wie weet wat we nog allemaal te zien krijgen. De zon heeft plaatsgemaakt voor bewolking en dat tekent toch wel het gevoel bij de dag. De bosrijke omgeving en de spiegelende meren lijken nu ineens veel van hetzelfde en niet meer de moeite waard om steeds voor te stoppen. In het gehucht Ose stoppen we voor een aardige waterval en pas veel verder ook voor raftende jeugd in Byglandsfjord. Leuk om te zien, maar we moeten er zelf nu even niet aan denken. Wel houden we nauwlettend het bos in de gaten, want je zal maar net die ene eland zien.....
Het laatste stuk wijken we nog van de hoofdroute 9 af, maar het kan niet voorkomen dat we al rond 13:45 uur in Kristiansand zijn. We boeken het op één na goedkoopste en toch veel te dure hotel en hebben dan de tijd om wat in deze compacte stad te lopen. Het centrum ligt ideaal om de hoek van het hotel en de rit morgen naar de vertrekhaven is ook niet meer (eerder minder!) dan 5 minuten rijden.
Het centrum van Kristiansand is maar klein en binnen 10 minuten ben je van de ene naar de andere kant gelopen. De kleine houten huisjes van de historische wijk Posebyen zijn leuk en knus, maar worden toch wel op veel plekken onderbroken door nieuwbouw. We nemen de tijd voor een lunch en na een uurtje of twee hebben we Kristiansand wel gezien. ’s Avonds eten we erg goed bij Egon, een laagdrempelige en gezellige tent met een uitgebreide kaart en natuurlijk niet al te duur. Het is de afsluiting van een prachtige vakantie en onze eerste kennismaking met Noorwegen.

Zondag 22 september 2013: Naar huis
Oef, dat valt even tegen als de wekker om half 6 gaat. Het is nog pikdonker buiten. Over een uur kunnen we maximaal een half uur ontbijten, dan snel tandenpoetsen en naar de vertrekhaven, waarvandaan de boot om 8:00 uur vertrekt. Inderdaad een lekker relaxt begin van de dag, zullen we maar zeggen.
Zo somber als het weer was toen we hier twee weken geleden aankwamen, zo somber is het nu ook weer. Terwijl we toch een paar prachtige dagen achter de rug hebben. Het moet zo zijn. Tijdens de voorspoedige, ruim drie uur durende bootreis houden we ons rustig en kiezen een fijne plek om te zitten. Om ons heen niets anders dan slapende hoofden en mensen die nog even hun onafgemaakte nachtrust aanvullen. Na de bootreis zijn we er natuurlijk nog niet; we hebben nog zo'n 11 uur te gaan met de auto. In Denemarken is het meteen al prachtig weer en omdat het nu licht is, zien we wat we op de heenweg hebben gemist. Maar dat is niet zo bijzonder. Wel zien we meteen in een weiland drie reeën staan, meer wildlife dan in twee weken Noorwegen. Met wat klein oponthoud komen we laat in de avond moe, maar voldaan thuis. Morgen nog even een dagje bijkomen en voorbereiden op het werkende leven. Maar vooral bedenken waar onze volgende vakantie naartoe zal gaan.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten